In juli 2013 hebben Jacqueline en ik een prachtige vakantie in Schotland gehad. Onze eerste week kampeerden we op de camping in de buurt van Fionnport aan de zuidwestelijke kust van Mull. Een week mooi weer met een zachte zeebries die de vermaledijde midges weghield.
9 juli hebben we vanuit de haven van Fionnport een boottocht over de zee ten westen van Mull gemaakt en de eilanden Iona, Lunga en Staffa bezocht. Die boottocht hebben we voor 55 pond pp in Craignure op Oost-Mull gekocht op 7 juli.
We vertrokken niet om 9.50 uit Fionnport maar pas om 10.10 omdat we 2x moesten terugkeren om mensen van de wal op te pikken,de tweede keer voor een vertraagde bus uit Glasgow.
En toen,scheuren maar,over een zonverlichte zee richting Staffa.
Dutchmans cap en Lunga werden steeds duidelijker achterin een stille zee met lichte en donkere banen.
Het was in een bloesje goed uit te houden op de boot.
Na ca 1 uur kwamen we bij Staffa aan om een groep af te zetten.
De aanblik van dit eiland en zijn omgeving is werkelijk sprakeloosmakend!
Op een gladde,scheve onderkant van zeg 5 meter hoge rots staan loodrechte zuilen van basalt die wel 30 meter hoog kunnen reiken.
Aan de zijkant van de hoge zuilen vertoont het eiland een wirwar van scheve zuilen die ook voorkomen op rotseilandjes net voor Staffa.
De kleur is zwart maar ook licht bruingrijs, maar dat laatste komt waarschijnlijk door schelpenbedekking.
Onze groep ging door naar Lunga. Ondertussen was er overal zeemist komen opzetten.
Om 11.30 kwamen we met behulp van een drijvende steiger aan land.
Land?
Zeker een traject van 50 meter lang over grote ronde keien die we over moesten worstelen! Veel mensen hadden daar grote moeite mee omdat ze gewoon verkeerd schoeisel aanhadden. Een grote hond was wanhopig bezig en kwam vaak op zijn buik op een kei terecht.
Na de keien kwamen we op een pad dat naar de hogere regionen van het eiland ging.
Het eiland en de rotsige omgeving maakte een vreemd desolate indruk. Dat heeft natuurlijk te maken met de mist, waardoor de verder gelegen kliffen er sinister uitzagen.
De eerste richel hogerop gaf een bizarre aanblik. Op de rand tot zo’n 1,5 meter ervandaan overal puffins die af en toe wegvlogen of aan kwamen vliegen om hun jong te bevoorraden met visjes.
Twee meter daarvandaan een rij mensen,starend of fotograferend.
Het pad ging verder naar boven. Ook razorbills gezien, maar veel minder.
Vanaf een mistige klif in de verte klonk een gruwelijk gekrijs: de andere zeevogels. Overal langs de kronkelende wanden van de afgrond zagen we puffins.
Er kwam er een aanvliegen,de bek vol visjes, maar hij of zij scharrelde ongedurig heen en weer totdat ik doorhad dat ik voor het nest stond. Ik ging weg en de puffin dook gauw het hol in.
We hoorden ook een opvallend verhaal van de rondleider.
Puffins worden altijd dwarsgezeten door meeuwen die proberen hun visjes af te pakken. De puffins zijn erachter gekomen dat ze de mensen kunnen gebruiken om hun jongen te kunnen voeren. De puffins gaan vooral hun jongen voeren als de mensen op de richel gearriveerd zijn. Ze zijn niet bang voor mensen, maar de meeuwen wel!
12.45
We liepen weer terug naar de boot en de moeilijke keien wachten weer!
De hond, een vuilnisbak-boxermengsel, is echt wanhopig bezig om erover te komen.
De dichte mist was er nog en om 13.35 zagen we plotseling Staffa verschijnen.
We hadden slechts de tijd tot 14.15, dus we gingen snel omhoog over een trap en dan over een traverse van lage basaltzuilen (naast de hoge) naar Fingal’s Cave.
Het balkon( met kabelzekering) was vrij smal.
Om Fingals Cave goed te kunnen fotograferen ben ik afgedaald, een stukje de afgrond in. Het was makkelijk terrein en het basalt was niet glad.
Een Thais meisje heeft Jacq en mij buiten vereeuwigd met de basaltzuilen op de achtergrond.
Je kunt over het “zuilenpad ongeveer 10 meter de grot in,maar hij gaat veel dieper het eiland in. Achterin dreunt het water tegen de rotsmuur.
Na afloop voeren we in dichte mist naar het eiland Iona. Daar hebben we meteen een pilsje gepakt.
Zoals gewoonlijk ( het was onze derde keer op het eiland) was het druk met toeristen.
Maar wacht, wat kwam daar aan?!
Twee fietsers, waarvan een met een overdekte aanhangwagen. Daarin troonde een echte Witte Big! .Volgens haar bediende was ze te lui om meer dan 5 km te lopen.
En weer hoorden we het gekras van de corn crake (kwartelkoning).