Scourie Bay ,21 juli 2013
5 uur.
Ik verlaat onze tent op de camping van Scourie Bay. Jacqueline blijft slapen.
De zee is een zilveren vlakte onder een zeer lichte vaal blauwgrijze lucht.
Onderweg in de auto naar Inchnadamph bij Loch Assynt voel ik diepe stilte in het onwerkelijke heldere landschap. Vogeltjes vliegen voor me uit.
Boven het oostelijke deel van Loch Assynt hangt een platte wolkenbank.
Ardveck Castle bij Loch Assynt
6.30
Vertrek bij Inchnadamph. Onderweg diverse fotosessies gedaan in het eenzame landschap.De stilte bij Loch Assynt is balsem voor de ziel.
Bij de parkeerplaats word ik overvallen door midges. Tijdens de mooie week op west-Mull hadden we daar geen last van, hoewel we kampeerden en de aanlandige wind maar heel zwak was. Een soort wonder! De camping lag enige km ten zuiden van Fionnport; daar vertrekt de veerboot naar het bijzondere eiland Iona.
Het pad gaat door de idyllische beekvallei Glen Dubh. Het is koel, windstil en ik blijf maar doorlopen omdat de midges me niet met rust laten.Als ik stil sta duiken ze onmiddellijk op mijn bezwete hoofd!
Edelherten in de vroege morgen bij Inchnadamph; rechtsachter de berg Quinag
7.50
Ik heb de vallei al enige tijd verlaten ; het grote stijgen is begonnen en ik zie de vreemde rotsbanden van Conival. Niemand te zien,totaal in mijn eentje.Ik hoor alleen het ruisen van de beek en voel de koele wind in de schaduw van de berg.
Ik heb de grote camera thuisgelaten maar wel een Olympus EPL-5 met 3 lenzen meegenomen. Ik vind dat het dramatische toon “art-filter”van Olympus bijzonder tot zijn recht komt in Schotland.
8.40
Op de helling van de Conival: het pad bestaat uit aarde en stenen en is vaak nat. Echt Schots pad! Ik ben uit de schaduw gekomen. Het is een prachtig zonnige dag.De midges verlaten me en dragen het stokje stiekem over aan de dazen. Die zullen me de hele middag achtervolgen…
Van hieruit (800-900 meter hoog) heb ik een indrukwekkend uitzicht op de Coigach-bergen die boven een wolkenband uitsteken. Ik denk ook An Teallach of Beinn Dearg te zien.
9.35
Ik heb het voortopje van de Conival bereikt.Het is goed gegaan; nog geen knieproblemen of uitputting. Er staat veel wind en ik heb veel dorst. Die 2.3 liter drinken die ik meegenomen heb zal later veel te weinig blijken te zijn..
Vooral het uitzicht op het noorden is fraai: een heiig coulissenlandschap dat alsmaar doorgaat tot in de blauwe verte.In het oosten zie ik een enorme wolkenlaag tussen de pieken
Op weg in Glen Dubh; in de verte rechts de Cul Mor
9.35
Op de top van de Conival.
Kijk ,hierom hou ik zo van Noordwest Schotland: de koele wind weaait over de stenige top. Het Engelsgras trilt in de wind. Overal om me heen zie ik gekronkelde bergmassieven, gespikkeld met kleine grijsblauwe meren.Achter Loch Assynt zie ik de vage blauwgrijze vlakte van de zee. Quinag en de Coigach bergen zijn scherp getekend en indrukwekkend.
Ik zie Arkle en Foinaven scherp en duidelijk in het Noorden. In het zuidoosten hangt nog de geweldige , platte wolkenbank. Suilven verschuilt zich achter Canisp.
Ik heb nog niemand gezien,hoewel het een zeer mooie dag is!
Op de top kan ik achter een halfrond stenen muurtje schuilen voor de wind. Dit is blijkbaar de cairn.Er gaat verder een graat met een dip naar de Ben More; die bestaat zelf uit een lange graat met 2 pieken.
11.05- 12 uur
Lang doorgebracht op de toppen van Ben More, waarvan de hoogste 998 m is.
Ik was lang alleen in deze stille oneindigheid,maar nu kwam even een andere klimmer. Deze was even op de top en ging toen weer dezelfde weg terug. Zeker zo’n Munro-bagger die haast heeft.
De heiigheid neemt toe en ik ben blij dat ik vroeg begonnen ben om nog een goed uitzicht te hebben..
De vreemde rotsdraai in de wand ten westen hiervan is erg opvallend.
Nadering top Conival. Overal kwartsietblokken
Cul Mor en Stac Pollaidh
Sterbloemige steenbreek op de Conival
14.20
Aan het meer Dubh Loch Mor, ver naar beneden.
Dazen, al uren zitten ze me dwars!
Na de tweede Ben More top begon het afzien: de eindeloze graat Carn nan Conbhairean die steeds maar op en neer ging en die ook verrassend listige sleutelpassages had; ik bedoel 1e en 2e graads rotsklimmen in benedenwaartse richting, hetgeen altijd veel lastiger is dan omhooggaan.Aan het einde van de graat kwam pas de grote afdaling naar het dal van de River Oykel.
Ik gebruik veel DEET tegen de dazen. Het helpt wel, maar ze gaan zo geniepig op je rug zitten en steken door de bloes heen.
14.40
Het plan is om langs de zuidkant van de Conival te traverseren naar de vallei van de Traligill en zo naar Inchnadamph te gaan.
16.40
Ik ben helemaal afgepeigerd door het geworstel over het moeilijke terrein in Glenn Dubh : allemaal “hummocks”. Nog steeds niet bij de grotten, die in de zuidwand van de vallei moeten zijn. Ik heb water gehaald uit een waterval, want mijn voorraad van 2,3 liter was op!
17.25
Ik ben bij het bruggetje ter hoogte van de westelijke grottten en ik loop al een tijdje over een soort pad. Dit heb ik na veel gezwerf in de hummocks ontdekt. De zon brandt op mijn hoofd, de dazen vallen me aan.
18.15
Terug bij de auto, met zere voeten.Maar de tocht was veel interessanter dan het alleen maar op en neer gaan naar Ben More top, zoals ik dat in 1999 heb gedaan.
Zicht op het noorden vanaf Conival
Assynt ten noorden van Conival
De Ben More thrust ( opgevouwen steenlagen) in de Coire a Mhadaidh
Loch Assynt en Quinag vanaf Conival
Blik op het zuiden vanaf Conival
Links Carn nan Cobhairean,rechts Glen Oykel. gezien vanaf Ben More
De gebogen steenlagen en in de verte Foinaven
Dubh Loch Mor onder de graat Carn nan Cobhairean
De graat Carn nan C. : af en toe moet er geklauterd worden
Op de bealach; richting Glen Dubh