Buttermere village ,vrijdag 8 april 2016
Waarom dit bergje?
Dit heeft alles te maken met Alfred Wainwright, wiens as in de Innominate tarn is uitgestrooid. Wainwright is de man wiens enthousiaste reportages over Schotland op de BBC-TV Marie-Louise en mij naar Schotland hebben gekregen, voor het eerst in 1984. Wij samen zijn er nog 3 keer geweest en ik alleen nog vele malen meer.
Ik ben gistermiddag op de Sykes farm campsite in Buttermere village aangekomen. Een soppige smeerboel van modder en schapekeutels. En daarvoor moest ik 8 pond betalen en ook nog 50 pence voor de douche.
In Keswick had ik een tochtenboekje en een kaart gekocht. De route naar Buttermere was een opvallend steil kronkelweggetje over de Honisterpas
De vreugde op de campsite werd nog verhoogd door de aanwezigheid van een meute tieners,die met hun tenten alle goede plekken hadden bezet.
Tijdens mijn tochten van auto naar tent moest ik verschillende modderige hellingen traverseren. Het moest gewoon gebeuren: ik glipte onderuit met mijn nette broek in de bagger. De tieners zagen het gebeuren maar ze waren teveel met zichzelf bezig om me uit te lachen.
6.30 op
Het heeft vannacht een beetje geregend maar nu is het halfhelder.
7.40 vertrek ik. Het is een mooie wandeling langs de zuidzijde van het Buttermere lake. Het meer is verstild en de bergen weerspiegelen zich volmaakt in het spiegelgladde water.Ik zie nog niemand.
8.35. Na een stille tocht tussen de bomen zie ik links ,aan de noordoostelijke kant van het meer, Gatesgarth farm liggen. Er komt daar een pad vandaan en ik zie daar twee haastige figuren aankomen.
Ik volg het pad over de zuidoostelijke helling van de High Crag heuvel en kom dan via een dip op de westelijke helling van Haystacks terecht. Het pad wordt steeds steniger om langzaam maar zeker over te gaan in rotsklauterwerk, meestal eerste graads maar soms ook tweedegraads. Dit is een aangename afwisseling van het padsjokken!
10 uur: Op de top van Haystacks. Verderop zie ik een stuk lager Innominate tarn liggen. De lucht is ondertussen grijs geworden. Geen vrolijkheid daarboven.
10.23
Aan de oever van Innominate Tarn,
Het graf van Alfred Wainwright ,de man die eerst ML en mij en later Jac en mij naar het onvergetelijke Sandwood Bay heeft gebracht.
Het water van het meer golft somber onder een grijze lucht .Rotshompen staan als monumenten in het water. Kleine ,lage velden riet staan achterin het meer.
Aan de overkant staat een vrij grote rotsmassa.
Ik maak een tekening van het meer plus omgeving en wil daar later aquarellen van maken.
Ik ga weeer verder in oostelijke richting naar Blackbeck tarn. Even verder naar het noorden en ik zie een diepe vallei met aande andere kant een soort groeve. Vele zwoegfietsers met helmen racen daar het pad af.
Ik spreek een ouder echtpaar dat met dezelfde bedoeling naar Innominate Tarn was gegaan.
Aan de overkant van de vallei kom ik op de zuidhelling van de Fleetwith Pike uit.
Daar volg ik een druk belopen pad naar Lake Buttermere. Links zie ik beneden me de Black beck beek.
Om de een of andere reden lukt het me niet het noordelijke pad van Buttermere lake te vinden en ik ga weer over het zuidpad terug.In Buttermere village zie ik een aantal Britten dikke ijsjes eten,hoewel het weer triest en koel is.
Om 14.15 weer terug op de campsite,
Daar ga ik aquarellen maken in de auto.
De tieners zijn vertrokken ; om 19.30 regent het al weer een tijd.
Ik moet zeggen dat ik het al gehad heb in het lake District.Totaal andere uitstraling dan Schotland: druk en duur; overal flink betalen voor parkeren. En ik heb het gehad met die modderzooi..
De geldophaler van Sykes farm zei dat het al maanden regende in deze buurt.